1925 - 2014
Het werd de laatste maanden een stukje stiller rondom Jos van Stappen uit Hove. We moesten hem node missen op vergaderingen, museumbezoeken en heemdagen. We kenden hem als een bevlogen man, die ondanks zijn eerbiedwaardige leeftijd vol werkkracht, soms rusteloos op zoek ging om te vinden wat hij zocht. En toch kwam het bericht van zijn overlijden op 12 september laatstleden nog erg onverwacht. Jos zag het levenslicht in Sint-Amands, zijn ouders woonden toen in de villa, die later het gemeentehuis zou worden in de Livien van der Looystraat. Maar zijn jeugd en zijn jonge jaren zou hij doorbrengen in Buggenhout. Het gezin Gaston van Stappen-Jeanne Otten was immers verhuisd naar de Kloosterstraat en zou daar uitgroeien met vijf kinderen. Joseph kreeg zijn lager onderwijs in de gemeenteschool, werd als student lid van de plaatselijke KSA-beweging en vond er uiteindelijk zijn levensgezel in de persoon van Lina Pauwels uit de Hanenstraat. Ze trouwden in Buggenhout, maar na zijn universitaire studies bracht zijn eerste beroepsloopbaan hen naar het Antwerpse. Voor een internationale Amerikaanse firma trok hij naar Londen en bestreek van daaruit het hele Britse grondgebied, terwijl Lina vanuit de thuisbasis de praktische zorgen voor huis en kind op zich nam. Later kwam de federale overheid bij hem aankloppen en maakten ze gebruik van zijn kunde om het nieuwe Instituut voor Wegtransport te organiseren. In die functie werd hij internationaal actief om overal in Europa gastcolleges te geven aan universiteiten, deel te nemen aan colloquia en internationale contacten te leggen. Later werd hij met zijn ervaring ook nog handelsrechter in Antwerpen.
Maar ondanks die ruime internationale horizon, bleef hij interesse hebben voor zijn geboortestreek en voor het lokale verleden. Klein-Brabant en Sint-Amands konden telkens op zijn aandacht rekenen, in zijn geschriften en bezoeken kreeg Emile Verhaeren een speciale plaats, net zoals ook Paul Servaes, oud-conservator en auteur van het Verhaeren-naslagwerk.
Hij wilde zijn vrienden en oud-klasgenoten maar al te graag de streek leren kennen en waarderen. Maar ook het Buggenhoutse verleden en de heemkring lagen hem nauw aan het hart. Bij een oproep naar onze leden toe om zelf een bijdrage te leveren voor ons tijdschrift was hij de eerste om te reageren. En zo verscheen zijn jeugdherinnering over de “Noodlanding van een Duits oorlogsvliegtuig in Buggenhoutbos” tijdens de begindagen van de Tweede Wereldoorlog in ons tijdschriftnummer van de 25ste jaargang nr. 3 (september 2001). Er zouden nog heel wat artikels volgen, bijna elk nummer tekende Jos present. Telkens weer zorgde hij voor degelijk onderzoek, rijk gedocumenteerd en zoals het een echte academicus past, voorzien van uitleg, voetnoten en bronvermeldingen. Geen moeite was hem te veel, hij zocht alle mogelijke bronnen zelf op, al moest hij er ver voor reizen. Ook in Hove, zijn nieuwe thuis, ging hij op zoek naar het plaatselijke verleden en de streekgeschiedenis en voor de heemkringen van Edegem en Hove was hij eveneens een graag geziene gast en auteur. Zelfs in zijn laatse levensmaanden gaf hij nog niet op. Op zijn werktafel liggen nog onafgewerkte documenten voor een volgend artikel over het Buggenhoutse verleden. Ze zullen spijtig genoeg onafgewerkt blijven. Jos, we koesteren vol waardering de herinnering aan een rijk-gevuld leven en danken je voor al je bijdragen en warme menselijkheid.