8 augustus 2017
Rechts langs de Kasteelstraat zijn er twee zijstraatjes die achteraan met elkaar in verbinding staan en waarvan de bebouwing tot heden bij de Kasteelstraat werd gerekend. Samen met de Kasteelstraat omsluiten de straatjes een blok van ongeveer 37 aren. In het begin van vorige eeuw waren er reeds twaalf woningen opgericht, die meestal door eenvoudige arbeidersgezinnen werden bewoond. Voor die tijd en buiten het eigenlijk dorp gaat het om een abnormale grondversnippering en een concentratie van woningen die we slechts kunnen verklaren als mogelijk gevolg van een langdurige werkgelegenheid in de buurt. En ver hoefden we hiervoor niet te zoeken. Het blok, achteraan en in het midden, stond via een korte weg in verbinding met een terrein dat het toponiem de Leemputtendroeg. Dit was een perceel van precies een bunder (400 roeden of 1,33 ha) waarvoor Alexander de Bournonville in 1653 de toelating gaf tot ontzavelen. Waarschijnlijk bedoelde men met ontzavelen het winnen van grondstof voor de woningbouw en het zou ons niet verbazen dat de vroegste bewoners van de steegjes betrokken waren bij de leemwinning.
Aan het einde van de zeventiende eeuw en zelfs nog later was leem een courant gebruikt bouwmateriaal en voor de er tewerkgestelden lag het dan ook voor de hand dat zij zich gemakkelijk het nodige konden aanschaffen om zich in de buurt eigen woongelegenheden op te richten. Wellicht betrof het voorlopige behuizingen die dan door latere generaties werden gesloopt en vervangen door duurzamere gebouwen.
Met de nieuwe straatnaam Leemputten, of de straat die naar de Leemputten voerde, wordt niet alleen het achterliggende toponiem opnieuw in de actualiteit gebracht, maar wordt er bovendien herinnerd aan het vroeg ontstaan van de drie straatjes en hun gemeenschappelijke geschiedenis.